Hoe verzilver je de knaldrang?

Onderzoek

Na twee kloosterlijke coronajaren, ontbreekt het jongeren niet aan ‘knaldrang’ en gaan ze er weer massaal op uit. Althans, dat was de voorspelling. Voor de bioscopen en concertzalen komt deze voorspelling uit, maar voor bijvoorbeeld musea zijn de bezoekersaantallen nog lang niet terug op niveau. Volgens onderzoeker, skater en fotograaf Derk Zijlker spelen muziek en andere vormen van cultuur een belangrijke rol bij de identiteitsvorming van jongeren. Hij wil ze daarom graag op weg helpen om de weg naar cultuurinstellingen te vinden. Hij dook in de leefwereld van jongeren in de leeftijd van 15 tot 25 jaar en vroeg hen: waarom ga je wel of juist niet naar het museum, de bioscoop of een festival? Een kort gesprekje met hem over zijn geleerde lessen.

Hoe heb je het onderzoek aangepakt?

“Ik ben in eerste instantie in gesprek gegaan met bekende cultuurinstellingen in heel Zuid-Limburg zoals het Bonnefanten museum in Maastricht en Schunck in Heerlen. Ik wilde graag weten waar educatie- en communicatiemedewerkers tegenaan lopen bij het bereiken van jongeren. Daarna heb ik de tijd genomen om uitgebreid te praten met jongeren uit Zuid-Limburg.”

“Wat me opvalt, is dat cultuurinstellingen vaak terughoudend zijn om specifiek voor jongeren te programmeren om andere doelgroepen niet af te schrikken.”

Derk Zijlker, onderzoeker.

Wat is volgens jou de grootste uitdaging voor cultuurinstellingen om laagdrempeliger te worden voor jongeren?

“Dat is vooral om jongeren voor de langere termijn ‘vast te houden’. Ze komen misschien wel op een los event af, maar om jongeren onder de 18 daarna ook terug te laten komen na die ene keer lukt niet. Wat me opvalt is dat cultuurinstellingen vaak terughoudend zijn om specifiek voor jongeren te programmeren om andere doelgroepen niet af te schrikken. Ze denken dat die doelgroepen niet te verenigen zijn, maar dat is niet zo. Een uitzondering op die regel is bijvoorbeeld het Fotomuseum aan het Vrijthof in Maastricht. Zij durven wel thema’s te kiezen die voor jong en oud interessant zijn.”

Je hebt met veel jongeren gesproken het afgelopen jaar. Welke adviezen hebben zij je kunnen geven?

“Een groot deel heeft met communicatie te maken. Juist jongeren vinden het fijn om aan de hand te worden genomen en niet zo zeer op eigen initiatief rond te lopen door een museum. Zo worden ze vaak te vrij gelaten bij een museumbezoek: ‘Kom over een uur maar terug’ krijgen ze dan te horen. Dat is voor veel jongeren niet de fijnste manier om kunst en cultuur te beleven. Ze willen houvast en vallen niet graag op. Ze vragen zich af: ‘Hoe moet ik me hier gedragen?’ of ‘Wat is hier de bedoeling?’”

Voelen jongeren zich dan niet juist alsof ze te kinderlijk behandeld worden?

“Ik heb gezien dat vooral de echt jonge bezoekers zoeken naar houvast, zodat ze weten wat ze kunnen verwachten. Die behoefte moet je als cultuurinstelling serieus nemen. Dat kan door een goede publieksbegeleider, een inzicht van de maker zelf, of een rondleiding met ouders die goed gefaciliteerd wordt zodat de jonge bezoekers van tevoren weten wat er komen gaat. Dit geldt vooral voor jongeren tot een jaar of 17. Hoe ouder ze worden, hoe minder context en kaders er nodig zijn omdat ze waarschijnlijk al wat ervaring hebben met cultuur en zelfstandiger zijn.”

En wat dachten de jongeren over het aanbod van cultuur?

“Het imago van de kunst en cultuursector onder jonge jongeren is vrij eenzijdig. Ze denken vooral aan klassieke ‘oude’ schilderijen. Ze denken niet snel dat films, foto’s of games ook kunst zouden kunnen zijn. ‘Naar de bios gaan is toch geen cultuur?' Ze zien kunst vooral als iets voor oude mensen. Maar als ze iets in hun eigen tijd met vrienden kunnen ondernemen, in plaats van met school of familie te gaan, wordt het ineens een uitje waar ze hun knaldrang kunnen uitleven. Jongeren vinden het dan wel oprecht tof om geïnspireerd te raken door kunst en cultuur.”

“Want door veel tijd online door te brengen zijn ze gewend om in een beeldcultuur te leven. Ze waarderen het als anderen mooie dingen maken of proberen zelf iets uit. Social media speelt een grote rol bij die interesse, denk bijvoorbeeld aan de opkomst van NFT’s of de herwaardering van analoge fotografie dat weer op Instagram gedeeld wordt, of hele creatieve video’s op TikTok. Ze staan dus best open voor kunst.”

Wat heeft jou zelf geïnspireerd tijdens het doen van je onderzoek?

“Wat ik inspirerend vind, is dat achter de succesverhalen, en dan bedoel ik organisaties die het wél lukken om jongeren aan te trekken, een heel duidelijke visie zit. Elk project dat ze starten moet aan die visie voldoen. Ze streven vaak maatschappelijke doelen na waarbij kunst en cultuur het middel zijn. Dat vond ik erg inspirerend, want het werkt echt. Ze zijn toegankelijk, houden een goed doel voor ogen en organiseren activiteiten die inspelen op de behoeftes van jongeren. Zij faciliteren dat. Dat zie je in Zuid-Limburg bijvoorbeeld bij Stadsnomade en ‘PAND, organisaties die ik beide heb meegenomen in mijn onderzoek. Zij doen geen ‘trucje’ om meer jongeren aan te trekken, nee, ze zijn intrinsiek gemotiveerd. Zo zo wordt hun community steeds groter én helpen ze jongeren echt verder.”

“Ik begrijp dat jongeren worden gezien als een aparte doelgroep, maar het liefst willen we gewoon net zo behandeld worden als volwassenen. Neem ons serieus.”

Job Delheij, voorzitter jongeren platform ‘PAND Heerlen en een van de geïnterviewde jongeren



Lees hier meer over Derk's onderzoek 'Dicht de Kloof'.